Het is vandaag exact 46 jaar geleden dat Pedro Paulo Diniz in São Paulo Brazilië werd geboren. Een jongetje dat pas op latere leeftijd een autosportcarrière zou gaan nastreven. In zijn jongere jaren kon Pedro geen opleiding vinden die hem voldoening gaf, niets kon hem bekoren. Hij wist niet welke richting hij uit moest in zijn leven, al wist hij wel dat hij niet zijn vader achterna wilde gaan. Zijn vader, een zakenman in hart en nieren, verdiende de kost met een supermarktketen en een distributiebedrijf en was daarin zeer succesvol. De familie Diniz beschikte over ruim voldoende financiële middelen om de onrustige Pedro verschillende kansen te bieden. Hij liep diverse scholen af, maar stopte alle opleidingen voortijdig wegens een gebrek aan interesse en motivatie.
Na de nodige omzwervingen begon hij op 18-jarige leeftijd met karten. Aanvankelijk als hobby, maar Pedro zag kans om dankzij een zege in een 2-uursrace in São Paulo een loopbaan op te bouwen in de racesport. Op zijn negentiende startte hij in de Braziliaanse Formule Ford competitie en beëindigde het seizoen als negende in de eindstand. Een jaar later werd Pedro wederom negende in het kampioenschap, maar had in de weg daar naartoe wel een podium gepakt op Interlagos en bewees de nodige aanleg te hebben om hard te kunnen gaan op vier wielen.
Voor vader Diniz waren die bemoedigende resultaten en het feit dat zijn zoon eindelijk een roeping gevonden had voldoende reden om een plekje te bekostigen in de Britse Formule 3. Met het team West Surrey Racing werd hij in 1991 elfde in het kampioenschap om in 1992 mede dankzij twee podiumklasseringen achtste te worden. Tussen 1992 en 1995 was de Braziliaan onder andere actief in de F3000, wat destijds de laatste opstap vormde naar een plekje in de Formule 1.

In 1995 ging de loopbaan van Pedro echt op hoog niveau van start. Dankzij zijn gulle geldschieters wist hij een plekje te bemachtigen bij het F1-team van Forti dat ook Roberto Moreno al gecontracteerd had. Ondanks de rijderscoach (voormalig F1 coureur René Arnoux) die werd aangesteld om Pedro te helpen zijn draai te vinden in de hoogste autosportklasse, wist de Braziliaan geen enkel punt te scoren. Zijn beste resultaat dat seizoen was de tiende plaats in de Grand Prix Monaco.
De eerste helft van het seizoen ging de Forti bolide vaak stuk, maar de kansen keerden in de tweede seizoenshelft. Pedro viel één maal uit dankzij een spin als gevolg van een rijdersfout. In alle andere races kwam hij steeds aan de finish, al was er geen enkel punt te behalen met de te trage auto.
Door steevast te finishen vestigde de Braziliaan zijn naam als een degelijke coureur die een auto kon thuisbrengen. Mede op basis van die kwaliteit werd hij voor seizoen 1996 door Ligier aangetrokken. Het armlastige team maakte daarnaast dankbaar gebruik van de sponsorgelden die de Braziliaan meebracht. Ondanks berichten dat Diniz alleen maar vanwege het geld was aangetrokken en niet omwille van zijn kunnen als coureur, scoorde hij twee kampioenschapspunten en werd vijftiende in de eindrangschikking.

Met de ambitie om vooruit te komen op de startopstelling besloot Diniz om per 1997 naar Arrows over te stappen. De Braziliaan verklaarde zijn keuze met de woorden: “Het totaalpakket zag er goed uit voor 1997”. Hij kwam gedurende het seizoen echter tot de conclusie dat de overtuigingskracht van Tom Walkinshaw groter was dan zijn kunde om een degelijke en snelle auto te bouwen. Diniz finishte in de eerste race, viel de volgende vijf uit, kwam als achtste over de streep in race zes in Canada en viel weer vier achtereenvolgende keren uit. In België werd hij als zevende geklasseerd om in Italië voor de tiende keer in twaalf races uit te vallen. De drie daarna volgende races gingen aanzienlijk beter, in de GP Luxemburg scoorde hij zelfs punten. Pedro sloot het seizoen in stijl af tijdens de GP Europa, voor de elfde keer noteerde hij een uitvalbeurt.
Desondanks verlengde de coureur zijn contract met Arrows voor 1998. Het zou wederom een seizoen worden waarin hij meestentijds langs de kant stond met versnellingsbakproblemen of een opgeblazen motor. De samenwerking kwam tot een einde toen Diniz besloot na het seizoen naar Sauber over te stappen. Arrows teambaas Tom Walkinshaw was van mening dat hij een optie had op de Braziliaan en wilde hem daaraan houden, terwijl Diniz al getekend had bij de Zwitserse renstal. Het geschil tussen de Braziliaanse coureur en de eigenzinnige Schotse teambaas – die een vergoeding van $4 miljoen van Diniz eiste – leidde tot een rechtsgang die uiteindelijk na twee jaar de uitspraak opleverde dat Diniz een schadevergoeding van een half miljoen Britse ponden kreeg van Walkinshaw.

Ondanks het juridische getouwtrek startte Diniz bij Sauber, wat hem in de zesde GP (Canada) een punt opleverde na vijf achtereenvolgende uitvalbeurten. De reeks uitvalbeurten deden de reputatie van Pedro geen goed, al scoorde hij later dat jaar nog tweemaal een zesde plaats en kwam in de eindstand met drie punten op de veertiende plek terecht. Ook in 2000 bleef hij aan bij de Zwitserse renstal. Het hele seizoen bleef hij echter puntloos en werd uiteindelijk als achttiende geklasseerd in het kampioenschap. Na dat seizoen besloot hij een punt achter zijn racecarriere te zetten toen hij geen stoeltje meer kon vinden.
Dankzij zijn bemiddelde familie bleef hij nog enige tijd in de F1 actief, hij kocht een aandeel van 40% in Prost Grand Prix, wat de voortzetting was van zijn voormalige werkgever Ligier. Nadat het team wegens financiële problemen de deuren moest sluiten richtte Diniz zich op het opzetten van een Braziliaans Formule Renault 2.0 kampioenschap om enkele jaren later in de voetsporen van zijn vader te treden.
Pedro Paulo Diniz is tegenwoordig zakenman en heeft geen bemoeienis meer met de autosport. Naar eigen zeggen is hij een miskent talent, volgens velen in de F1 was hij echter niet getalenteerd genoeg voor een topstoeltje, maar een goede middenmoter en uitmuntende budgetaanvulling voor kleinere teams.