Na de eerste twee vrije trainingen is het moeilijk voorspelbaar welk team dit weekend de beste kansen heeft om de poleposition op te eisen en op zondag de racewinst in de zak kan steken. Tijdens de ochtendtraining was Hamilton de te kloppen man, ’s middags was Vettel de beste.
Voor Mercedes begon de donderdag prima met een snelste tijd van Hamilton in 1:13.425, waarmee hij al vroeg in de dag de snelste kwalificatietijd van vorig seizoen doorbrak. Ricciardo was vorig jaar de man die de rapste tijd op de klok zette en daarmee van poleposition mocht vertrekken. In de middagsessie werd de tijd nog eens flink aangescherpt door Sebastian Vettel die in de Ferrari slechts 1:12.720 nodig had om de 3,3 km lange stratenbaan van Monaco te ronden.
Voor Max Verstappen was in de ochtenduren een derde tijd weggelegd op slechts 0,346 seconde van de beste tijd van de Mercedes op P1 en iets meer dan 0,1 seconde achter Vettel die de tweede positie opeiste. Geheel vlekkeloos verliep de eerste dag van de Nederlander niet, hij kende lang oponthoud als gevolg van een probleem met de versnellingsbak. Desondanks reed hij ’s morgens een uitstekende tijd. ’s Middags leek Verstappen wederom op te kunnen gaan voor een tijd in de top drie, enige tijd hield hij de tweede tijd in handen, maar kon dat niet volhouden. Wederom had hij moeite met terugschakelen en verloor hierdoor weer de nodige tijd.
Mede als gevolg daarvan kon hij niet verder komen dan een snelste tijd van 1:13.486 en de bijbehorende zesde positie. Zonder problemen had hij verder naar voren kunnen komen, getuige de tweede tijd van Ricciardo die iets minder dan een halve tel achter Vettel bleef steken.
Vettel bleek aan het einde van de dag de allersnelste tijd ooit gereden op het stratencircuit van Monaco op zijn naam te hebben gezet. Nooit eerder was er een coureur die minder dan 73 seconde nodig had om een rondje te rijden.