Ross Brawn, bij F1-eigenaar Liberty Media belast met de technische ontwikkeling van de sport, erkent dat in de huidige Formule 1 de inhaalacties te zeldzaam zijn geworden om de fans echt te bekoren. De Brit ziet echter niet direct mogelijkheden om de auto’s dusdanig te wijzigen dat inhalen makkelijker wordt.
Het probleem van de moeizame inhaalmogelijkheden van de hedendaagse F1 zit voornamelijk in de wervelende lucht achter de auto’s, waardoor achterliggers ver van hun voorligger moeten wegblijven om neerwaartse druk te behouden. Verstappen klaagde in Australië dat hij onmogelijk dichter dan twee seconden achter een ander kon rijden, zonder hinder van de ‘vuile lucht’ van zijn voorganger te ondervinden.
Doordat de bolides amper dicht bij elkaar kunnen rijden wordt inhalen, ondanks de DRS systemen, vrijwel onmogelijk en is het principe van ‘slipstreamen’ tegenwoordig uitgesloten.
In vroeger dagen maakten achterop komende coureurs juist dankbaar gebruik van het luchtledige achter hun voorligger, waardoor ze een hogere snelheid konden bereiken en zichzelf zo langs de voorligger geen konden lanceren. Mede door de bredere achtervleugels en de aerodynamische efficiëntie van de jongste generatie F1-auto’s is dit principe dus verdwenen en is de situatie tegenovergesteld.
Brawn erkent het probleem en is met zijn technische staf naarstig op zoek naar aanpassingen van de regels die dit probleem uit de wereld helpen. Het zal echter nog een tot 2021 duren voordat de regels ingevoerd kunnen worden omdat de huidige regels voor enkele seizoenen min of meer vastliggen. Per 2021 kan er pas weer een grote wijziging worden doorgevoerd die ook voor de motoren moet gelden.
Liberty Media is echter ondertussen al heel ver met de ontwikkeling van auto’s die inhalen bevorderen. Middels windtunneltesten en CFD-simulaties heeft Brawn een blauwdruk klaar voor de veranderingen. Hij zal dit bij de volgende Grand Prix in Bahrein presenteren aan de teams die er vervolgens hun zegje over kunnen doen.