De Britse Formule 1 wereldkampioen van 1992, Nigel mansell, heeft nog altijd niets ingeboet aan zelfvetrouwen en rotsvast geloof in zijn eigen kunnen. De 62-jarige voormalig coureur is ervan overtuigd nog altijd even snel te kunnen zijn als kampioenschapsleider Lewis Hamilton.
desgevraagd verklaarde Mansell dat hij een paar weekjes zou moeten trainen maar dan zeker dezelfde rondetijden zou kunnen rijden als de regerend kampioen in diens Mercedes F1 bolide. Eerlijkheidshalve vertelde hij wel dat het dan voor een paar rondjes zou zijn en niet voor een gehele raceafstand, al meende hij da met een paar maanden training ook dat nog wel zou gaan, mits zijn lichaam dat nog aankan.
Mansell stond er in zijn dagen om bekend enorm zelfvertrouwen te hebben en een echte vechtersmentaliteit. Daardoor wist hij meerdere malen na een zwaar ongeval terug te keren op het hoogste niveau. Gedurende zijn autosportloopbaan brak de Brit ondermeer zijn rug en nek, maar revalideerde en werd in 1992 op karakter wereldkampioen.
In 1986 miste de besnorde coureur het kampioenschap nipt door een klapband die de strijd beslechtte. Hij moest toen de titel laten aan rivaal Alain Prost. Terugkijkend meende hij dat een crash hem destijds aan de titel had kunnen helpen: "Als ik de auto in de bandenmuur geramd had en een code rood veroorzaakt, dan zou de uitslag van een ronde eerder geldig zijn geweest en was ik kampioen geworden. Ik had dan misschien wel een been gebroken, maar wel de titel kunnen pakken."