Ferrari domineerde op alle vier de testdagen in Jerez de tijdentabellen. De eerste drie dagen waren het de Ferrari’s zelf die de eerste plek innamen, op de laatste dag was het Ferrari aangedreven Sauber-coureur Felipe Nasr die de beste tijd noteerde.
De beste tijden werden door het Italiaanse team gepost, maar de hoogste topsnelheid bleef het terrein van Mercedes. In de speedtrap aan het einde van het rechte stuk noteerde Mercedes coureur Nico Rosberg 307.6 net als Williams (Mercedes) rijder Felipe Massa. Lotus (Mercedes) coureur Pastor Maldonado zette een topsnelheid van 306.8 kilometer per uur op de klok. Max Verstappen zette in zijn Toro Rosso met Renault motor de vierde hoogste topsnelheid neer met 303.3 km/u. Zijn snelheid was gelijk aan die van Sauber (Ferrari) rijder Marcus Ericsson. Scuderia Ferrari coureur Kimi Räikkönen noteerde een snelheid die maar net boven de 300 kilometer per uur lag, maar wist wel de beste tijden te rijden over een gehele ronde.
De conclusie kan zijn dat de testen van Ferrari en Mercedes aangedreven bolides volledig anders waren ingericht in Jerez. Mogelijk lag de focus van Mercedes meer op betrouwbaarheid en aerodynamische ontwikkeling van onderdelen dan op het produceren van snelle tijden en was de afstelling niet gemaximaliseerd op de beste rondetijden. Bij Ferrari lag het zwaartepunt van het werk wellicht meer op een ideale afstelling van de aerodynamica en de mechanische en elektronische onderdelen, waardoor de tijden competitiever ogen.
Een goed vergelijk is moeilijk te maken tijdens de testsessies. De echte verhoudingen worden pas duidelijk tijdens het eerste raceweekend dat van 13 tot en met 15 maart in Australië zal plaatsvinden.