De Grand Prix van Monaco startte op een kletsnatte baan. Het gehele veld begon aan de race op volledige natweerbanden, achter de safetycar. Bernd Mayländer, die de safetycar bestuurde, leidde het veld voor een zevental ronden, alvorens de coureurs vrij te laten.
Ricciardo leidde de dans op de natte baan in de beginfase, maar moest die positie afstaan toen hij besloot naar intermediates over te stappen en Lewis Hamilton op de full wet banden bleef doorrijden. De Mercedes coureur sloeg de intermediate banden over, hij stapte later in één keer over op de droogweerbanden, waardoor hij de leiding leek terug te moet geven aan Ricciardo. De pitstop van de Australiër verliep echter chaotisch en traag, waardoor Hamilton P1 in handen hield. Het red Bull Racing team stond niet klaar voor Ricciardo en moest in alle haast de banden nog halen toen de Australiër al bij de box stond.
Bij het uitrijden van de pitstraat was het spannend omdat Ricciardo en Hamilton erg dicht bij elkaar terecht kwamen. Uiteindelijk was het de Mercedes coureur die aan het langste eind trok en de leiding behield.
Achter de twee mannen die voor de leiding streden gebeurde er van alles. Een aantal coureurs glibberde de vangrail in, waardoor er menigmaal een gele vlag situatie was. Halverwege de race veroorzaakte Max Verstappen een Virtual Safetycar door de muur in te klappen op dezelfde plek waar hij ook gistermiddag zijn kwalificatie zag eindigen. De Nederlander maakte ten tweede malen een stuurfout, waardoor hij voor het tweede achtereenvolgende jaar zonder punten Monaco zal verlaten.
De schermutselingen om de leiding van de race gingen onverminderd voort tussen Ricciardo en Hamilton. De Brit miste de chicane bij het zwembad, schoot rechtdoor, waardoor Ricciardo weer aan zijn staart kon komen. De Australiër probeerde te profiteren door Lewis voorbij te steken, maar de Mercedes coureur blokte de Red Bull die hierdoor bijna de controle over zijn auto verloor. Een onderzoek door de racestewards leidde niet tot een bestraffing voor de regerende kampioen.
Met nog 28 ronden te gaan liep de spanning bij Sauber op tot ongekende hoogte. Felipe Nasr kreeg van de teamleiding te horen zijn teamgenoot voorbij te laten, maar was het daar overduidelijk niet mee eens. In de bocht Rascasse meende Ericsson dan zelf het initiatief te moeten nemen en zette zijn wagen aan de binnenkant naast Nasr. De twee Saubers raakten elkaar, waardoor er een flinke hoeveelheid schade ontstond bij het financieel geplaagde team dat geen geld heeft om updates door te voeren.
Ericsson moest zijn team bezoeken voor een nieuwe voorvleugel, terwijl Nasr meldde dat er rook de cockpit in kringelde. Nasr stopte bij zijn team en moest definitief opgeven met een technisch mankement door de aanvaring met zijn teammaatje.
In de slotfase van de race haakte Daniel Ricciardo enigszins af. Hij ging voor de zekere tweede plaats in plaats van een ‘do or die’ actie te wagen die hem van held tot schlemiel zou kunnen maken. Hamilton stuurde snaarstrak naar de zege door een uitstekende call naar zijn team te maken om de intermediates over te slaan en zo de leiding te pakken. Ook Sergio Perez reed een uitstekende race die hem een podiumklassering opleverde, al werd hij in de laatste ronden nog bedreigd door Vettel.
1. Lewis Hamilton – Mercedes AMG
2. Daniel Ricciardo – Red Bull Racing (Tag Heuer)
3. Sergio Perez – Force India (Mercedes)
4. Sebastian Vettel – Scuderia Ferrari
5. Fernando Alonso – McLaren (Honda)
6. Nico Hülkenberg – Force India (Mercedes)
7. Nico Rosberg – Mercedes AMG
8. Carlos Sainz – Scuderia Toro Rosso (Ferrari)
9. Jenson Button – McLaren (Honda)
10. Felipe Massa – Williams Martini Racing (Mercedes)