Met de nieuwe motorregels die vanaf 2017 zullen gaan gelden is het probleem van de beschikbaarheid in de basis nog niet opgelost, zo meent Bernie Ecclestone.
De Engelse F1-topman is er van overtuigd dat er meer moet gebeuren om de sport te redden. De nieuwe afspraken tussen de motorfabrikanten behelzen onder andere het verlagen van de jaarlijkse kosten voor klantenteams. Een motor mag nog maximaal $ 12 miljoen kosten voor een klantenteam. Dit willen ze bereiken door verdergaande standaardisering van onderdelen.
Tegenover de BBC verklaarde Ecclestone dat hij hiermee nog niet tevreden is. De Engelsman stuurt al geruime tijd aan op een nieuw motorconcept dat minder duur is en openstaat voor nieuwe teams en motorfabrikanten om in te stappen.
Adrian Newey, de ontwerper van Red Bull en vele andere kampioenschapsbolides, gaf eveneens aan dat er meer moet gebeuren. Om de sport weer vooruit te helpen ziet Newey graag dat de huidige fabrikanten (Ferrari, Mercedes, Honda en Renault) hun beste motoren delen met alle andere teams. Hij refereerde hierbij aan de exclusiviteit die Lotus in 1967 had op de Cosworth motor die op dat moment alles won. Zowel Cosworth als Lotus zagen af van de exclusiviteit om andere deelnemers de kans te geven net zo competitief te zijn. De Engelse ontwerper merkte fijntjes op: "Helaas lijkt die attitude vandaag de dag niet meer te bestaan."
Daaruit voortvloeiend waarschuwde Newey er voor dat het te verwachten is dat Red Bull opnieuw een moeilijk jaar te wachten staat. Mercedes en Ferrari zullen naar verwachting wederom beter voor de dag komen, waardoor het gat met Red Bull vergroot kan worden. Newey sprak de hoop uit dat de achterstand gelijk zal blijven, maar is daarvan allerminst overtuigd.