Laten we eens een lesje autosporthistorie doen vandaag. Om preciezer te zij: Formule 1 sjoemelhistorie!
Tyrrell produceerde ooit een zeer bijzondere Formule 1 wagen, de P34 zeswieler. We schrijven 1976. Het toenmalige topteam van Ken Tyrrell had een lumineus idee om de grip van hun Formule 1 bolide te verbeteren. Vier voorwielen zorgden voor veel meer contactoppervlak van het rubber op het asfalt dan de reguliere twee, dubbele schijfremmen en minder luchtwervelingen rond de voorwielen door de kleinere afmetingen.
Een reeks voordelen die in de Zweedse GP van 1976 zelfs leidde tot een 1-2-tje voor Tyrrell. Jody Scheckter is nog altijd de enige coureur die met een zeswieler een overwinning boekte en zal dat blijven doordat het reglement nu voorschrijft dat er maar vier wielen aan een auto mogen zitten. Patrick Depaillier vergezelde de Zuid Afrikaanse winnaar op de tweede positie.
Na de slimme engineering zet werd de bolide verboden en moesten auto’s voorzien zijn van vier wielen. Geen fratsen meer met dubbele voor- of achterwielen. En weg voordeel voor de Engelse renstal die daarna afgleed naar dubieus niveau.
In 1984 probeerde Tyrrell nog wat slimme engineeringstrucen uit te halen om het voordeel van de turbomotoren teniet te doen. Er was een minimumgewicht gesteld, waar de Tyrrell bolides makkelijk onder bleven door de atmosferische motor die ze hadden. De Cosworth zonder turbo was aanzienlijk lichter dan de krachtiger turbomotoren en hadden een potentieel gewichtsvoordeel. Door het minimumgewicht moest er echter met ballast worden gewerkt om de wagen op gewicht te houden. Tyrrell ging creatief om met de ballast door die pas toe te voegen tijdens de laatste tankstop, zodat de auto vlak voor de keuring in ieder geval aan het reglement voldeed. Tijdens de race was de wagen hierdoor te licht en had een voordeeltje.
Het team liep hiermee echter tegen de lamp, werd uit de uitslag van dat jaar geschrapt en mocht de laatste drie races van het seizoen niet meer meedoen.
Een soortgelijke sjoemelarij kwam op naam van BAR Honda in 2005. Je zou denken dat de Tyrrell-truc zo oud en versleten was dat die niet meer werd toegepast. Honda blies deze sjoemelactie echter nieuw leven in door een ballasttank in de benzinetank te monteren die leeg was tijdens de race en gevuld werd tijdens de laatste tankstop, waardoor de auto aan het gewichtsminimum voldeed bij de keuring na de race. Het leverde de Japanners een diskwalificatie van één race op en een rijontzegging voor nog twee.
Succesvollere zijn de softwaresjoemelarijpraktijken zoals verborgen traction en launchcontrol-systemen. De wereld kon horen wat er gaande was, maar had geen enkel bewijs. Er was immers niets fysieks dat onreglementair was en de software zag er normaal uit.
Benetton maakte zich hieraan schuldig in 1994, het jaar van het debuut van Verstappen. Er werd nooit iets bewezen wat betreft traction en launchcontrol. Wel werd door de pitbrand van Jos duidelijk dat het team een tankvoordeel had door een illegale brandstofklep zonder filter die 12.5% meer brandstof doorliet en dus sneller de wagens kon volgooien.
Kortom, De sjoemelware van Volkswagen is niet meer dan een amateuristische poging om de boel te belazeren. Voor de doorgewinterde oplichterij moet je in de Formule 1 zijn…