Vanaf dit seizoen introduceert de DTM nieuwe middelen om het inhalen te verbeteren. Zo wordt het DRS-systeem aangepast. Tevens introduceert de Duitse toerwagen klasse een ‘push-to-pass’ waarbij de coureurs kortstondig over meer pk beschikken.
Binnen de DTM wordt als sinds enkele jaren gereden met DRS. De klappende achtervleugel vergemakkelijkt het inhalen en voor 2019 wordt dit verder aangepast. Niet alleen is de vleugel breder en heeft het meer impact, ook mogen coureurs deze vaker inzetten. Afgelopen seizoen had de coureur beschikking over 12 mogelijkheden als ze binnen een seconden van hun voorganger reden. Dit wordt opgerekt naar 3 seconden binnen hun voorganger en in de laatste vijf ronden mogen de coureurs het ongeacht hun achterstand op hun voorganger inzetten.
Rijders krijgen daarnaast twaalf ‘push-to-pass’ mogelijkheden. De krachtbron levert dan gedurende een periode 30 pk meer om zo een inhaalactie in te zetten. Samen met de aanpassingen in de DRS moet dit het spektakel van de klasse verbeteren.
