Na afloop van de eerste testweek in de Formule 1 kunnen de eerste voorzichtige conclusies worden getrokken. Niet zozeer over de kampioenschapskansen van Verstappen, Hamilton of Vettel, maar over de nieuwe aerodynamica.
De nieuwe bredere en vereenvoudigde voorvleugels ten spijt hebben de meeste rijders duidelijk gemaakt dat er geen enkel verschil is wat betreft het inhalen. De nieuwe vleugels zouden de wagens moeten helpen dichter achter elkaar te rijden, wat inhalen makkelijker moet maken.
Vettel liet al onomwonden weten dat het niets uitmaakt. Sterker nog, de Duitse viervoudig kampioen haalde de 2009 auto’s in herinnering. Destijds waren de vleugels reglementair ook breder gemaakt en bleek het inhalen juist te worden bemoeilijkt. De gene die destijds het beste profiteerde van de aanpassing was het Brawn onder aanvoering van Ross Brawn. Diezelfde Ross Brawn die nu de technische topman onder wiens auspiciën de huidige bredere voorvleugels zijn ontwikkeld.
Verschillende rijders en teambazen lieten de afgelopen dagen weten dat het beoogde effect niet behaald is. Er gaan zelfs stemmen op dat het inhalen alleen maar lastiger geworden is door de vereenvoudiging van de voorvleugel. Voorheen werden er aerodynamische onderdelen op de vleugel gezet die de verstoorde rijwind van de voorliggende auto corrigeerde. Onder de huidige reglementen mag dat niet meer.
Force India Chief Technology Officer Andy Green vatte de situatie kernachtig samen: “We bouwen geen auto’s die het rijden voor de auto achter ons makkelijker maakt.”
Foto: McLaren