Het compacte startveld van de Supersport divisie van de Supercar Challenge werd al in de eerste bocht uitgedund door een aanvaring tussen een drietal bolides die allemaal probeerde de race in de eerste ronde te winnen.
Na de rollende start stoven de wagens door de eerste bochtencombinatie om daarna richting de Veenslang, het snelle deel van de baan, te gaan. Bij het uitkomen van de laatste bocht voor de Veenslang zaten de wagens van Eric van den Munckhof, Pim van Riet en Daan Meijer naast elkaar en bleek er te weinig ruimte voor alle drie de wagens. Het drietal raakte elkaar, wat er in resulteerde dat de BMW Z4 van Van den Munckhof en de BMW E46 GTR van Daan Meijer er hard vanaf gingen.
Van den Munckhof zat klem tussen de vangrail en de auto van Meijer, waarbij hij forse schade opliep, evenals Meijer die achterwaarts de Z4 de vangrail in drukte. Voor alle drie de wagens was de race na enkele honderden meters al over, waarvan de Lotus van Van der Kooi en Speelman profiteerde. De Lotus nam de leiding achter de safetycar over, gevolgd door de BMW E46 GTR van Van der Maat en Schreurs en de BMW E46 M3 van Van Loon.
Pas nadat er een kwartier verstreken was en de verschillende wrakken geborgen ging de wedstrijd écht van start, waarbij de top vier van dat moment erg dicht bij elkaar lag met de Lotus van Speelman en Van der Kooi voorop.
Nadat alle verplichte pitstops waren uitgevoerd was het de equipe van Van Loon die de leiding in handen had. Van der Kooi en Speelman lagen op dat moment op een zevende positie algemeen met Dennis Houweling daarachter. De strijd richting het einde van de eerste race was echter nog allerminst gedaan. Van der Kooi en Speelman wisten zich terug te vechten naar de leiding, gevolgd door Dennis Houweling en Van der Maat en Schreurs.
1. Van der Kooi / Speelman
2. Dennis Houweling
3. Van der Maat / Schreurs
4. Van Loon / Van Loon
5. Stan van Oord
6. Wisselink / Tappel
7. Drost / Kool
8. Rob Nieman