De FIA zal geen wijzigingen aanbrengen in de tests voor de flexibiliteit van de voorvleugels in de Formule 1, ondanks de discussies die in 2024 ontstonden over buigende vleugels. Dit verklaarde Nikolas Tombazis, hoofd van de eenzitterafdeling van de FIA. Naar aanleiding van vragen van Ferrari en Red Bull over de flexibiliteit van de voorvleugels van andere teams, met name McLaren en Mercedes, plaatste de FIA vanaf de Grote Prijs van België monitorcamera’s op de auto’s. Dit was niet bedoeld om de regels op korte termijn te veranderen, maar om informatie te verzamelen voor mogelijke toekomstige aanpassingen. De FIA concludeerde dat de vleugels van McLaren en Mercedes aan de eisen voldeden en geen problemen opleverden, zolang ze slaagden voor de gestandaardiseerde flextests.
Volgens Tombazis is het echter lastig om één uniforme test te ontwikkelen die exploitatie van aero-elasticiteit volledig uitsluit, vanwege de uiteenlopende belasting op de voorvleugels bij verschillende teams. Hij benadrukte dat de huidige tests redelijk succesvol zijn in het nabootsen van realistische belastingen, maar dat de variatie tussen auto’s dit ingewikkeld maakt. Sinds de introductie van de huidige regelgeving in 2022 zijn er geen veranderingen aangebracht in de flextests, en de FIA heeft geen plannen om dit voor 2025 te doen. Ferrari en mogelijk ook Red Bull hebben inmiddels hun eigen versies van een flexibele voorvleugel ontwikkeld. Tombazis voegde eraan toe dat teams al sinds 2022 op de hoogte zijn gebracht van het besluit om geen aanvullende tests voor de voorvleugel te introduceren, ondanks de ophef hierover in de zomer en vroege herfst van 2024.
